Gids en Chef-kok in de Biesbosch.

Nationaal park "De Biesbosch".

De Biesbosch is een van de mooiste natuur parken van Nederland.
Op deze pagina vind uw diversen korte verhalen over de biesbosch.

De Gids vertelt over: de geschiedenis en het ontstaan van de biesbosch, wat er leeft en groeit in de biesbosch, en over de rol van de biesbosch tijdens de oorlog.
De chef-kok laat u planten zien die gebruikt kunnen worden in de keuken, als gerecht, kruiden en smaakmakers.
Vertrektijden en dagen, kijk in de Agenda.

Meer informatie, prijzen en of aanmelden voor een tocht,
kan via WhatsApp of telefonisch na 13.00 uur op 0653720304.

Dieren en planten uit de Biesbosch.

Wilgen en wilgenakkers in de Biesbosch.
In de biesbosch groeien meer dan 50 verschillende soorten wilgen, allemaal met hun eigen karakters. De pluizige zaden worden door de wind verspreid, bij warm weer lijkt het te sneeuwen. Deze zaden zijn maar een korte tijd kiemkrachtig. Een tak of takje kiemt gemakkelijk als het ergens aanspoeld. Gemiddeld wordt een wilg niet ouder dan 30 jaar, dan wordt hij zo groot dat de boom kapot waait of door de drassige bodem omvalt. Als er een wilg omwaaid of door de bever wordt geveld kan deze gewoon weer opnieuw door groeien.

Veel soorten zijn gekweekt op een griend of een ham, dat is een stuk land dat niet geschikt is voor tuinbouw, veeteelt of akkerbouw, maar wel voor het verbouwen van wilgenhout. Tot ca 1960, daarna nam de vraag naar wilgenhout sterk af. Veel griendwerkersketen staan er nog steeds.
Het wilgenhout en wilgentenen werden gebruikt voor fluiten, speelgoed, meubels, cricket bats, bezemstelen, vlechtwerk voor tuinhekjes, manden, kistjes en mattenkloppers. Van de wilg worden nog steeds zinkstukken gemaakt voor de fundering van dijkvoeten, kribben en oevers.

Planten in de biesbosch.
Enkele bekende planten uit de bieschbosch die je kan eten:
De brandnetel, paardebloem, madelief, witte en paarse klaver, hondsdraf, melkdistel, look zonder look, hop, de grote klis, de jonge scheuten van riet en de moerasspirea. Ook bramen groeien hier volop, maar de ene struik is niet de andere, hierbij zit veel verschil in de smaak van de bramen. Deze kan je als ze rijp zijn wel gewoon van de struik eten.

Reuzenbalsemien (springzaad)
De zaden zijn lekker en nootachtig van smaak, deze zijn goed te gebruiken in een notenpasta. De zaden zijn ook bruikbaar, vermalen of heel, samen met meel voor het bakken van brood, notencake en natuurlijk ook koekjes.
(niet eten als je notenallergie hebt)
De bladeren en stelen zijn niet eetbaar. De bloemetjes echter, zijn goed te gebruiken als versiering in de salade.

De (gewone) vlierbes:
De (gewone) vlierbes: Zowel de bloesem als de bessen zijn goed eetbaar en erg lekker. Van de bloemen maken we limonade, thee, ice thee en jenever. Deze bloemen zijn ook erg lekker in dressing of salade. De bessen zijn te gebruiken voor sap of in gebak en desert. Het is een gezonde plant vol vitaminen en versterkt het immuunsysteem. LET WEL OP! eet de bessen niet rauw, in de rauwe bessen zit een stofje (sambunigrine) daar krijg je maag kramp van. Deze stof verdwijnt bij het koken. Ook de groene bessen nooit gebruiken! Deze groene bessen zijn giftig.

Veel van deze planten, zaden, bessen en bloesem's heeft de Chef-kok al verwerkt in hapjes en drankjes die u gaat proeven tijdens de Biesbosch- Proeverij tijdens onze excursie's.

leuke weetjes over enkele dieren uit de Biesbosch.
De fuut: Futen zijn heel slecht in nesten bouwen, maar erg goed in het beschermen van de jongen. Wist je dat als er een futen jong uit een ei komt deze als eerst donsveertjes van papa en mama krijgt, dit doen ze om de maag te beschermen tegen de graatjes van de vis dat altijd op het menu staat. De jongen vinden dit een dusdanig goed idee dat als ze op moeders rug zitten, dan ook lekker mama's veertjes opknabbelen.

De bever: De man en vrouw blijven heel hun leven samen. Ze krijgen gemideld 3 tot 5 jongen per jaar. Eten alleen boomschors en jonge takjes. Als de jongen groot zijn en zelfstandig blijven ze toch nog tot hun 3e jaar bij hun ouders in het nest, de "beverburcht". Wist je dat deze bevers ook heeeele sterke tanden hebben en dat deze tanden nooit stoppen met groeien! Door dat de de tanden blijven groeien, moeten ze ook blijven knagen om ze af te slijpen. Het zijn ook de enige dieren die ijzer in hun tanden hebben, dat is dan ook de reden dat de tanden zo donker geel zijn.

Vertrektijden en dagen, kijk in de Agenda.

Meer informatie, prijzen en of aanmelden voor een tocht,
kan via WhatsApp of telefonisch na 13.00 uur op 0653720304.

De geschiedenis van de Biesbosch.

Sint-Elisabethsvloed & "De Grote Waard".
In de late middeleeuwen (1250-1421) heette het land- bouwgebied ten zuiden van Dordrecht "De Grote Waard".
Er omheen lag een ringdijk van 200 km.

De Rivieren rondom "De Grote Waard".
Ter voorkoming van overstromingen damde men veel wateren af, waaronder de Maas rond 1270 bij Maasdam en Heusden. De Maas loosde zijn water vanaf die tijd alleen nog maar op de Waal bij het plaatsje Woudrichem. Maar wat bleek: de Merwede kon de hoeveelheid water van de samengevoegde Maas en de Waal niet verwerken.

Er speelde echter meer. Men groef het veen aan de landzijde en zeezijde van de ringdijk af om door middel van verbranding zout te winnen,‘Moerneren’ hierdoor werd de zeewering letterlijk ondermijnd. Daar kwam bij dat men binnen de dijk het grondwater reguleerde door middel van slootjes. Dit ontwateren had weer bodemdaling tot gevolg. "De Grote Waard" liep door het moerneren en het ontwateren een verhoogd risico om overstroomd te worden.

Dijkonderhoud 1350-1490.
Door de voortdurend oplaaiende Hoekse en Kabeljauwse twisten 1350-1490 was er weinig aandacht voor het onderhoud van de dijken.

Sint-Elisabethsvloed 19 november 1421, Op de naamdag van de heilige Sint-Elisabeth brak tijdens een storm de ringdijk door. Dit gebeurde bij het verdwenen dorpje Broek, gelegen ter hoogte van de huidige Moerdijkbruggen. Medio december 1421 begaf de Merwededijk het bij Werkendam. De Merwede baande zich een nieuwe bedding naar zee waardoor het Hollands Diep ontstond. Na nog een aantal van dergelijke overstromingen werd na 1424 gestopt met het dichten van de dijken en liet men de natuur zijn gang gaan. Hierdoor kreeg de rivier de Merwede bijna 200 jaar lang vrij spel.

"De Grote Waard", sedertdien "De verdronken Waard" genoemd, werd een zoetwatergetijdengebied. Dordrecht werd nu omringd door een grote zoetwaterplas.
De eerste begroeiing op de vruchtbare slibbanken bestond uit ‘biezen’. Vandaar dat men dit waterrijke gebied ‘De Biesbosch’ is gaan noemen.

De Biesbosch in de tweede wereldoorlog.

De frontlijn tussen bevrijd Zuid-Nederland en het bezette noorden werd begin november 1944 gevormd door het Hollands Diep, de Amer en de Bergsche Maas. Bij de geallieerden was er behoefte aan informatie uit bezet gebied zoals troepenverplaatsingen. Ondergedoken verzetsmensen en Joden zochten een veilig heenkomen in het bevrijde zuiden. Engelse piloten die boven bezet Nederland neergeschoten waren moesten weer terug. Bovendien was er in bezetgebied een tekort aan alles. Er moest een smokkelroute komen.

De Biesbosch lag ten noorden van de frontlijn. De Duitsers durfden zich niet in de wirwar van kreken, grienden, rietvelden en bossen te begeven. Zij waren bang te verdwalen of in een hinderlaag te lopen van het verzet, dat hier vanaf het begin van de oorlog actief was. Dit onherbergzame gebied leende zich er goed voor om met bootjes een heimelijke pendeldienst te onderhouden met het bevrijde zuiden.

Eén van de eerste ‘crossings’ in november 1944 was het uitleveren van 75 Duitse gevangenen aan de geallieerden in Brabant. Het verzet hield deze Duitsers gevangen in de Biesbosch op twee verborgen binnenvaartschepen. De Biesbosch wordt ingesloten door grote rivieren zoals de Amer en de Nieuwe Merwede. Het oversteken van deze rivieren vormde het grootste gevaar voor ontdekking door de Duitsers. Op de rivieren werd regelmatig gecontroleerd door patrouilleschepen. Bij sluizen en langs de oever stonden mitrailleurs opgesteld. De beslotenheid van de Biesbosch gaf relatieve veiligheid bij de oversteek. Het overzetten van mensen en materieel werd op maanloze nachten uitgevoerd.